"Wa't eerst yn'e roef komt hat kans fan plak!"

Geschiedenis

Enige wetenswaardigheden over het schip
Toen Mulder, scheepsbouwer in het Groningse Stadskanaal, in het jaar 1914 van een Duitse schipper de opdracht kreeg een schip te gaan bouwen van rond de 16 meter lengte, voor de vaart rond Hamburg, kon hij niet vermoeden dat na het gereedkomen van het schip deze door het opgelegde uitvoerverbod dat Nederland door de Eerste Wereldoorlog naar Duitsland had, nooit aan de opdrachtgever over kon dragen...

Het schip bleef bij de werf liggen tot ene De Boer (domicilie Amsterdam) het schip kocht en het in 1923 vier meter liet verlengen tot 20.13 meter over de stevens. Deze schipper vervoerde allerlei soorten vracht over de Nederlandse wateren en dit uitsluitend op de zeilen. Tot het jaar 2002 heeft er nooit een motor in het schip gestaan.

Door de schaalvergroting en de intrede van de dieselmotor in vrachtschepen raakte het scheepje voor de kant. Een woonschepenbouwer heeft het opgekocht en als woning laten verbouwen. Het vaartuig heeft als woonschip op verschillende plaatsen in Nederland gelegen, waaronder Harderwijk en Groningen. In deze laatste stad ontdekte ik het schip, waar het in het Hoendiep dienst deed als studentenhuisvesting. Eigenaar was Heinrich Feldmann uit het Duitse Detern. Het schip werd aangekocht met de ligplaats. Na anderhalf jaar hebben we het schip er vandaan gesleept naar Dokkumer Nieuwe Zijlen. Hier is de woning eraf gesloopt, wat 30 kuub sloophout opleverde. In 2002 is met Jelle Talsma uit Wartena een prijs overeengekomen aangaande het ijzerwerk voor een restauratie tot zeilschip in de chartervaart.Hierbij hebben we getracht om zoveel mogelijk de authentieke uitstraling van het schip te behouden. Natuurlijk moesten we hierbij steekjes laten vallen, omdat de moderne vracht niet meer bestaat uit teelaarde of mest, maar uit personen en om aan de regels van de nieuwe Europese schepenwet te voldoen, waarbij veiligheidseisen hoog in het vaandel staan... Nadat Jelle Talsma het ijzerwerk klaar had is het schip bij Hooghiemstra in Twellegea gestraald en vanaf hier over de weg naar Scheepsservice Bartlehiem vervoerd. Hier is het schip volledig ingericht en betimmerd. Als laatste is het schip "getooid" met de mast, rondhouten, zwaarden, tuigage en de zeilen (uit Stavoren). En dit is nu het uiteindelijke resultaat: "De Babbelaer", in al haar eer en (hollands)glorie!

Al met al een verantwoorde verbouwing die we naar onze gedachten gerust een restauratie van het schip durven te noemen.

Jan de Vries (eigenaar)